Een van de oudste zorgberoepen: de geschiedenis van de kinesitherapie

Op 8 september draait alles rond de kinesitherapie. Dit zorgberoep is zo veelzijdig dat er veel te vieren valt. Als beroepsvereniging blijven we ons inzetten om alle competenties van kinesitherapeuten regelmatig uit te lichten en de bevolking en beleidsmakers op de hoogte te brengen van alle gezondheidsvoordelen. Maar hoe is dit mooie beroep geworden tot wat het vandaag de dag is? We zetten enkele stappen terug en bekijken vandaag ook de ontstaansgeschiedenis van één van de oudste takken uit de gezondheidszorg.


Kinesitherapie bestaat al duizenden jaren. In China en India vond men afbeeldingen en geschriften terug, daterend uit ongeveer 1000 voor Christus, over oefeningen voor lichaamshouding, ademhaling en massages die artritis zouden behandelen. Wat later, rond de 5e eeuw voor Christus, komen we in Griekenland terecht. Zo gebruikte onder andere de welbekende Hippocrates technieken die onder manuele therapie en hydrotherapie thuishoren. Ook Aristoteles vertelde wel eens dat massages met olie wonderen kan doen voor het lichaam. Een beetje later namen ook de Romeinen, zoals Galenus, enkele oefeningen over die de algemene kracht van het lichaam moesten bevorderen. Ze hadden gedetailleerde kennis over de spieren en botten in het lichaam, zoals te zien is op de afbeelding. 

In de Renaissance ging de wetenschap goed vooruit, en verschenen er regelmatig boeken waarin oefeningen beschreven werden, die ofwel het hele lichaam ten goede kwamen ofwel bijvoorbeeld specifiek de ledematen. Het gebruik van toestellen is pas op gang gekomen na de methodes uitgevonden door de Zweed Pehr Henrik Ling. Zijn oefeningen en massagetechnieken in 1813 waren heel effectief, maar moeilijk om uit te voeren zonder dat je een professionele gymnast was (zie foto). Een Zweedse dokter vond machines uit waardoor de oefeningen makkelijker haalbaar werden. Het eerste gebruik van het woord ‘physiotherapie’ kwam er door Duitse militaire arts Lorenz Gleich in 1851.

In Zweden werden kinesitherapeuten voor het eerst erkend als een aparte beroepsgroep, en snel volgden heel wat andere landen: Nieuw-Zeeland, de Verenigde Staten en in Groot-Brittannië. Daar kwamen enkele Britse verpleegsters bij elkaar in de “Society of Trained Masseuses”. Er werd in die tijd heel wat geïnsinueerd over masseuses. Met vaste afspraken en medische regels werden ze een officieel beroep en maakten ze komaf met de vage lijn tussen medische hulp en prostitutie. Leden van de Society konden enkel patiënten ontvangen doorverwezen door een arts en moesten ook diens instructies opvolgen. Een lange tijd werden enkel vrouwen toegelaten én behandeld in de Society, vermoedelijk om ongewenst gedrag tegen te gaan.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de machines en de Zweedse technieken gebruikt voor de gewonde soldaten. Toen werd het nog ‘mechanotherapie’ genoemd. Ook door de uitbraak van polio in de jaren ’20 werden de technieken nog verder verfijnd, onder andere omdat Franklin D. Roosevelt zelf aan den lijve kon ondervinden welke voordelen de behandeling had. In 1921 kwam het eerste kantelpunt: er werd voor het eerst een onderzoekspaper over het domein gepubliceerd in de Verenigde Staten. In hetzelfde jaar richtte Mary McMillan de “American Women's Physical Therapeutic Association” op, wat nu bekend staat als de “American Physical Therapy Association (APTA)”. Andere landen begonnen zich ook te organiseren om de best mogelijke revalidatie aan hun soldaten te kunnen geven.

Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het belang van kinesitherapie nog maar eens in de verf gezet, door de talloze gewonde soldaten. De behandelingen bestonden voornamelijk uit oefeningen, massage en trekbewegingen. Vanaf de jaren ’50 werden de ruggenwervel en gewrichten ook vaker gemanipuleerd. Waar dit tot nu toe enkel in het ziekenhuis gebeurde, werd er ook stilaan meer in orthopedische settings, universiteiten, en centra voor bijvoorbeeld ouderenzorg of revalidatie gewerkt. De vraag naar kinesitherapeuten bleef stijgen, net als de kwaliteit van de behandelingen door wetenschappelijk onderzoek. Er ontstonden ook meer specialisaties toen men doorhad dat niet elke patiënt met dezelfde behandeling gebaat is. In 1974 werd de “International Federation of Orthopedic Manipulative Therapy” opgericht, wat een belangrijke rol speelde in de verdere evolutie van manuele therapie.

De technologische vooruitgang vanaf de jaren ’80 zorgde ervoor dat er ook elektrische stimulators konden gebruikt worden tijdens behandelingen. Vanaf de jaren ’90 ligt de focus meer op diagnose, resultaten en revalidatie op basis van oefeningen, in plaats van passieve kinesitherapie. De innovaties blijven exponentieel stijgen de laatste decennia, zoals wearables, 3D-analyses en virtual reality-omgevingen. Iedereen is benieuwd wat de toekomst nog in petto heeft.

 


Bronnen:

Dr. Akshima Sahi. “Physiotherapy History”. News Medical. Website. https://www.news-medical.net/health/Physiotherapy-History.aspx Bezocht op 2/8/23

“Physiotherapy/Physical Therapy”. Physiopedia. Website. https://www.physio-pedia.com/Physiotherapy_/_Physical_Therapy Bezocht op 2/8/23

“The history of physiotherapy”. Physiopedia. Youtube. https://www.youtube.com/watch?v=zU5_4kc0GjY Bezocht op 2/8/23

Afbeelding 1: De tekeningen van Galenus https://pressbooks.pub/anne1/chapter/ancient-anatomy-galen/

Afbeelding 2: De oefeningen van Pehr Henrik Link https://nl.wikipedia.org/wiki/Pehr_Henrik_Ling

Afbeelding 3: Meisje na polio https://swphysicaltherapymesa.com/how-physical-therapy-evolved/

  • WVVK