Brandwonden en littekens
- Preventiestrategie
- Bewegen Op Verwijzing
- Bewegingsdriehoek
- 10.000 stappen
- Frailty Project
- Mentaal welzijn
- Leefstijl in de zorg
- Preventie in de domeinen
- Preventie bij Obesitas
- Vaccinatie
- preventie bij diabetes
- Valpreventie
- Week van de Preventie
- Rookstop
- U speelt een cruciale rol in de strijd tegen huidkanker
- Brandwonden en littekens
- Slaapproblemen
Jaarlijks lopen heel wat mensen kleine én minder kleine brandwonden op. Denk maar aan de ovenschotel die nog iets te warm was om met je blote handen vast te nemen, warme hapjes uit de frituurpan, de soeplepel die tijdens het koken in de pot blijft staan,… In sommige gevallen kunnen dit zware brandwonden zijn, met heel wat revalidatie, waaronder kinesitherapie, tot gevolg. Vooral bij het klaarmaken van het kerst- en oudejaarsdiner gaan de gevallen de hoogte in, maar het is eigenlijk het hele jaar door iets om op te letten! Hier zijn de tips van Oscare, het nazorg- en onderzoekscentrum voor brandwonden en littekens.
Hoe kan jij ervoor zorgen dat je het jaar zonder brandwonden doorkomt?
In veel gevallen gaat het om onoplettendheid en dat kan je voorkomen. In de keuken zijn spelende kinderen vaak de reden waardoor je je aandacht verliest tijdens het koken, maar ook afleiding door je smartphone is een grote boosdoener. Je kan heel wat ongevallen voorkomen door je aan enkele simpele regels te houden.
https://www.oscare.be/nl/veiligefeesten
Eerste hulp bij vuurwerkletsels
Het eindejaar wordt vaak graag spetterend afgesloten. Maar laat vuurwerk over aan professionals en geniet zelf van de feestvreugde!
De meeste mensen weten niet wat ze moeten doen als iemand gewond raakt door afgestoken vuurwerk. Dat brandwonden 20 minuten gekoeld moeten worden met lauw kraantjeswater weten de meesten wel, maar wat moet je doen als iemand vuurwerk in zijn oog krijgt?
Lees hier alles over veilig feesten en wat te doen bij vuurwerkletsels.
Nazorg en preventie van problemen met littekens
Jaarlijks ontwikkelen zich 100 miljoen nieuwe littekens in de ontwikkelde wereld alleen al, waarvan een 55 miljoen het gevolg zijn van geplande chirurgie. Ongeveer 25 miljoen littekens zijn het gevolg van traumata. Niet alle littekens worden problematisch, toch komt het vaak voor. De incidentie van hypertrofische littekenvorming ligt tussen de 40-70% na chirurgie en tot 90% na brandwonden. Hypertrofische littekens zijn verheven littekens, ze zijn rood gekleurd, voelen stug aan en veroorzaken pijn en/of jeuk. Vaak zijn er dus fysieke klachten, maar ook mentaal en sociaal hebben die littekens vaak een grote impact. Patiënt-gecentreerde, multidisciplinaire nazorg voor patiënten met brandwonden is dan ook zeer belangrijk.
Tot op heden blijft het veel efficiënter om problematische littekens te voorkomen dan om ze te behandelen. Als kinesitherapeuten kunnen we tips en adviezen meegeven aan onze patiënten om problematische littekenvorming te vermijden. De ideale preventie voor lineaire littekens omvat het hydrateren van het jonge litteken, bescherming tegen de zon, het gebruik van silicone (na wondsluiting) en spanning-verlagend tapen. Voor preventie van de meer uitgebreide littekens (zoals bij brandwonden) komt daar nog druktherapie en ook kinesitherapie bij. Vaak is dus een combinatietherapie aangewezen en als er zich toch een problematisch/hypertrofisch litteken ontwikkelt kunnen we gerichte littekentherapie opstarten.
Littekentherapie hangt af van de grootte van het litteken, de litteken-leeftijd, de oorzaak, het type litteken, de litteken-karakteristieken en symptomen en uiteraard van de hulpvraag van onze patiënt.
Een interessant radio interview in ‘De wereld van Sofie’ op Radio 1 over de belangrijke rol van kinesitherapie bij de behandeling van littekens kan je beluisteren via onderstaande link of door de QR code te scannen.
https://www.oscare.be/nl/de-wereld-van-sofie
Wil je zelf meer weten over littekentherapie? We organiseren jaarlijks een bij- en nascholingsprogramma Scar Academy https://www.uantwerpen.be/nl/studeren/aanbod/alle-opleidingen/littekentherapie
Geschreven door Jill Meirte. Zij is kinesitherapeut, doctor in de medische wetenschappen, onderzoeksmedewerkster bij Oscare en verbonden aan de UAntwerpen/MOVANTResearch.