Kernprincipes van neurologische revalidatie

Neurologische revalidatie is een complex proces, met de kinesitherapeut als belangrijke schakel. In deze tekst worden 10 kernprincipes van dit proces gepresenteerd en toegelicht.


Auteurs

Geert Verheyden, Gert Lambrecht, Sophie Mas, Fanny Lacour

Neurologische revalidatie wordt gedefinieerd als “het proces dat personen met een beperking ondersteunt, om terug het hoogste functioneren en een optimale gezondheid te bereiken en te onderhouden, in interactie met de omgeving” (WHO 2011, 2017). De kinesitherapeut speelt een belangrijke, actieve rol binnen dit proces. Om dit complex proces te kaderen worden hieronder 10 kernprincipes van neurologische revalidatie gepresenteerd (figuur 1), die op één of meerdere momenten in de opbouw, het onderzoek en de behandeling van een patiënt met een neurologische aandoening ingebed zijn. Wetenschappelijke evidentie is een onderliggend element dat voor alle principes van belang is. Het is de uitdaging voor ons allemaal om onze kennis hiervan binnen de kernprincipes up-to-date te houden, en in combinatie met onze ervaringen en de voorkeuren van de patiënt om te zetten in evidence-based handelen.

Figuur 1. De kernprincipes van neurologische revalidatie

1. ICF

De ‘International Classification of Functioning, Disability and Health’ of kortweg ICF (WHO 2001) is een kader dat een persoon met een neurologische aandoening beschrijft aan de hand van vijf domeinen; lichaamsfunctie- en structuur, activiteit, participatie en omgevings- en persoonlijke factoren. Naast het oplijsten van problemen en mogelijkheden van de patiënt binnen deze domeinen, is het de onderlinge relatie tussen de domeinen die richtinggevend is voor doelstellingen en de daaruit voortkomende behandeling van de patiënt. Zeker het participatiedomein (interactie van de persoon met de omgeving, bv. werk, hobby, vrije tijd) zou voor de neurologische revalidatie richtinggevend dienen te zijn, binnen elk stadium van de aandoening.

2. Samenwerken

Neurologische revalidatie vereist een actieve interactie tussen patiënt, familie en verschillende beroepsgroepen. Deze laatsten kunnen afhankelijk zijn van de setting en aandoening, maar aangezien neurologische aandoeningen complex zijn, zijn er steeds meerdere beroepsgroepen betrokken bij de revalidatie. Binnen een multidisciplinaire werking wordt informatie uitgewisseld over onderzoek en behandeling. Een interdisciplinaire samenwerking gaat een stap verder en kent een intensievere communicatie en gemeenschappelijke doelstelling en evaluatie. Voor het opstellen van doelstellingen dient elk team de wensen, verwachtingen, prioriteiten en waarden van een patiënt te integreren. De facilitatie van doelstellingen kan gebeuren door het SMART principe toe te passen waarbij doelen specifiek, meetbaar, haalbaar, realistisch en tijdsgebonden geformuleerd worden.

3. Persoonsgecentreerde zorg

Binnen persoonsgecentreerde zorg wordt gestreefd naar het ontwikkelen van kennis, vaardigheden en vertrouwen bij de patiënt en verzorgenden om op een efficiënte wijze met de aandoening om te gaan en beslissingen te nemen over hun gezondheid. Als kinesitherapeut hebben we een taak om deze ontwikkeling mee te ondersteunen. Daarenboven kan de ervaring van patiënt en verzorgenden ingezet worden om het plannen, uitvoeren en evalueren van gezondheidzorg te verbeteren, wat omschreven wordt als coproductie. Deze actieve rol van de patiënt en omgeving dient ingebed te worden in het partnerschap dat neurologische revalidatie is.

4. Prognose

Therapeuten worden regelmatig gevraagd om een voorspelling te maken van herstel, binnen vele pathologieën en in verschillende stadia van een aandoening. Zal ik terug kunnen stappen, kan ik mijn arm weer gebruiken, wanneer kan ik terug aan het werk, zijn maar enkele van de vaak gehoorde, gerechtvaardigde vragen van patiënt en omgeving. Prognose is een domein waar kennis van de literatuur, evaluatie van de kwaliteit van deze literatuur en omzetting van deze kennis in de klinische praktijk van wezenlijk belang is. Geen enkele predictie is 100% accuraat, maar het patiëntgericht kunnen inschatten van herstel draagt wel bij tot realistische verwachtingen bij patiënt, familie en behandelteam.

5. Neuroplasticiteit

Naast spontane plasticiteit zoals na een acute beroerte, is er de laatste jaren een toename in kennis van neuroplastische veranderingen na therapie. Revalidatie is daarom meest effectief als principes van neuroplasticiteit ingezet worden, waaronder:

6. Motorische controle

Het domein van motorische controle beschrijft de interactie tussen de systemen die resulteren in een motorisch efficiënte en gecoördineerde bewegingsactie. Een basismodel binnen dit domein werd voorgesteld door Shumway Cook & Woollacott (2017) waarbij motorische controle het resultaat is van een interactie tussen het individu, de taak en de omgeving. De omgeving kan regulerend of nonregulerend zijn, de taak omvat aspecten geassocieerd met stabiliteit, mobiliteit en manipulatie, en het individu tenslotte is een resultaat van actie, perceptie en cognitie. Binnen de revalidatie dienen we met de interactie tussen al deze elementen rekening te houden voor het bevorderen van motorische controle bij onze patiënt.

7. Functionele bewegingsreëducatie

Neurologische aandoeningen zijn doorgaans pathologieën waarna patiënten restbeperkingen hebben of in de tijd toegenomen verlies van functie tonen. Dus is een herstel tot normale beweging voor vele patiënten niet mogelijk. De bewegingsreëductie dient daarom functioneel van aard te zijn, gericht op het dagelijks leven van de patiënt. Dit vereist vaak een balans tussen enerzijds het herstellen van functie waar mogelijk en anderzijds het toelaten van compensatie om functionele beweging mogelijk te maken. Deze afweging, in combinatie met kwaliteit van beweging, in de opbouw van therapie samen met het behoud van beweeglijkheid en de preventie van complicaties is één van de meest complexe taken voor een neurologische kinesitherapeut.

8. Vaardigheidstraining

Het aan- of herleren van een vaardigheid gaat gepaard met drie fasen: de vroege cognitieve fase, de intermediaire associatieve en de late autonome fase. Initieel verkennen we vaak de omgeving en gebruiken we ‘trial & error’ om een vaardigheid in de eerste fase onder de knie te krijgen. Vervolgens het verschuift het leren van ‘wat te doen’ naar ‘hoe te doen’ in de laatste fase, als de vaardigheid een automatisme wordt. Er is literatuur die suggereert dat honderden herhalingen binnen een sessie, en dus duizenden herhalingen van een beweging nodig zijn om in de latere fasen van een vaardigheid te komen. Principes van motorisch leren zoals de opbouw van het oefenen (intensiteit, frequentie, duur, variatie), de specificiteit (taak en context), de transfer binnen training (deel-tot-geheel of aanpassing van geheel), feedback, het demonstreren en mentaal oefenen dienen door de kinesitherapeut ingezet te worden binnen de training.

9. Zelf-management

Zelf-management wordt omschreven als “elke vorm van formele opleiding of training van personen met chronische aandoeningen waarbij personen geholpen worden om kennis, vaardigheden en vertrouwen te ontwikkelen om hun eigen gezondheid en zorg effectief te kunnen beheren” (NHS 2016). Het aanbieden van een zelf-management programma vereist kennis van barrières en facilitators van gedragsverandering, toegepast op elk uniek individu. Door zelf-management programma’s wordt een bevordering van zelfredzaamheid nagestreefd, met als doel een verhoging van de kwaliteit van leven, wat ook ondersteund wordt door wetenschappelijke literatuur.

10. Gezondheidspromotie

Kinesitherapeuten dragen bij tot gezondheidspromotie en dat kan gesitueerd worden op drie niveaus. Primaire preventie omvat het voorkomen van een aandoening door een gezonde levensstijl op basis van opleiding, advies en gedragsverandering. Secundaire preventie heeft als doel een aandoening te stoppen of het verloop te vertragen en het voorkomen van complicaties. Tertiaire preventie is gericht op het verminderen van stoornissen en restricties in activiteiten bij personen met een aandoening. Het doel dienst steeds de terugkeer te zijn van de persoon naar een betekenisvolle rol in de maatschappij. In het verleden leunde de kinesitherapeut vermoedelijk te sterk aan bij tertiaire preventie, maar er is een duidelijke rol voor ons weggelegd als belangrijke actor binnen de neurologische revalidatie op alle domeinen van gezondheidspromotie.

De ABSG Neurologische Kinesitherapie wil met initiatieven en activiteiten de uitwisseling van kennis van en ideeën over deze kernprincipes binnen de neurologische revalidatie stimuleren.

Bronnen

 


  • WVVK